Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Dan zult gij weten, dat Ik de HEERE ben, als hun verslagenen in het midden hunner drekgoden rondom hun altaren wezen zullen op [34]alle hoge heuvelen, op alle toppen der bergen, en onder allen groenen boom, en onder alle [35]dichte eiken, de plaats, alwaar zij al hun drekgoden [36]liefelijken reuk maakten. 34. Zie Deut.12:2; 1 Kon.14:23; 2 Kon.16:4. 35. Dat is, zeer dicht getakte. 36. Hebreeuws, den reuk der rust; te weten van offeranden of reukwerk, waarin zij meenden dat hunne afgoden rust, vermaak en welbehagen hadden, en nabootsten alzo wat God ingesteld had. Zie Gen.8:21, en Lev.26:31.